Ik hoorde deze begrippen een paar jaar geleden voor het eerst. Het ging over tuinieren. Ik ben dol op mijn tuin! Het is er een ratjetoe aan kleur en structuur en symboliek. Maar t is wel een uitdaging: de geiten, ons varken Gerrit, konijnen, woelmuizen en de fameuze meikevers zijn namelijk ook dol op mijn met bloed, zweet en tranen verzorgde frisse groen .. En toen kwam die uitdrukking.
Lichtkiemers; ze hebben rust en ruimte nodig. Ze ontvouwen hun schoonheid bij t eerste licht dat op ze valt. Een bijna verlegen schoonheid. Vrieskou en wind deert ze niet. Ze brengen licht in een nog verstilde onontwaakte wereld. Of bieden steun en stabiliteit in een levendige wereld. Maar ze trekken zich terug bij drukte. Dan worden ze onzichtbaar in de massa van t vele groen.
Dan de warmtekiemers; die bedenken zich nog wel even. Daar komt pas beweging in als t ergens boven de 15 C is. Die hebben warmte en tijd nodig. Maar als de timing daar is, dan laten ze zich explosief en extravert kennen. En een beetje concurrentie? Daar gaan ze alleen maar beter van stralen. Ze brengen leven en reuring. Vrolijkheid. Zelfs als je ze droogt, houden ze hun warmte nog vast. Maar een beetje tegenslag als wind of droogte of hitte? Dan kunnen ze wel wat hulp gebruiken van de lichtkiemers.
Mijn tuin laat genadeloos zien wie de licht- en wie de wamtekiemers zijn. Stonden de dahlia's nog in alle kleuren van de regenboog te stralen; 2 dagen frisse vrieskou en ze zien eruit als aangebrande pannenkoeken.
boodschap is duidelijk: mijn tuin is bezig om weer ruimte te maken voor de lichtkiemers. Wat ben jij? Een warmtekiemer of een lichtkiemer?