Normaal gesproken houd ik niet zo van ‘ik’-boeken. Bij dat soort boeken of verhalen roept de schrijver mij als lezer op om in zijn of haar hoofd te kruipen en doet vervolgens een poging om mij mee te nemen in ‘s schrijvers gedachtewereld. Vaker krijg ik het gevoel dat de schrijver de lezer een gebrek aan fantasie of inlevingsvermogen toedicht. Voor deze blog maak ik graag een uitzondering. Wat ik wil delen, gaat namelijk niet zozeer over mij. Mijn doel is om mijn vriendin eens in de schijnwerpers te zetten.
We zijn dikke maatjes, mijn vriendin en ik. Al heel erg lang. Wat we gemeen hebben, is een onbeschrijfelijke voorliefde voor dans. We delen alles, en dan bedoel ik ook echt álles met elkaar. We hebben zelfs dezelfde danspartner. Ik geef toe, ze is niet de makkelijkste. Ze heeft wel iets van een januskop; aan de ene kant een heel verlegen kant en aan de andere zijde juist een gangmaker waar je ‘u’ tegen zegt. Als de omstandigheden maar goed zijn.
Zoals vorige week. Het was een ultieme gelegenheid voor een avondje dansen. Onze danspartner was er die avond ook bij. Zodra hij haar in de gaten kreeg, keek hij haar bezitterig aan. Hij liep op haar af en legde snel zijn handen op haar heupen. Even dansten ze in een zwoel afgestemd ritme. Het zag eruit als een belofte op een zinnenprikkelende dynamiek. Helaas had al snel de beweging meer weg van een hond die een loopse teef tegenkomt. Het ging te veel en te snel. Ik had het al kunnen voorspellen. Met een geïrriteerde blik in haar ogen keek ze me aan over zijn schouder. En ja hoor, binnen no-time was ze verdwenen van de dansvloer; vertrokken naar een stil plekje van de ruimte. Mij achterlatend met een teleurgestelde dansliefhebber die totaal niet begrijpt wat er verkeerd ging.
Terwijl het een paar weken geleden zo anders liep. Dezelfde danspartner en eenzelfde gelegenheid. Het was zo opwindend en ontroerend om te zien. Een prachtige dans tussen die twee. Een samenspel in geven en ontvangen, in intimiteit en expressie. Ieder authentiek en toch samen. Hij, met zachte kracht leidend; al haar beschermingsmechanismen afpellend tot er niets meer over was dan haar pure essentie. Een sterke zachte vrouw in de kracht van haar leven. Een man in volle presentie. Ik had werkelijk de tranen in mijn ogen van ontroering.
Waarom het ene moment dan zo’n prachtige dans en het andere moment totaal niet? Terwijl de omstandigheden eender lijken? Ik heb geen flauw idee. Zelfs na al die jaren niet. Ik bedoel, ze is mijn vriendin. Dat wil zog niet zeggen dat ik elke cel van haar begrijp. De stand van de maan? Hormonen? Zeg het maar.
Ondanks dat ik haar beschouw als één van mijn beste vriendinnen, irriteer ik me soms mateloos aan haar. Over haar klaagzaag, haar maniertjes, haar perfectionisme. Toch zit hier de paradox – want ik kan niet zonder haar. Ze is niet voor niets de gangmaker. Zonder haar gevoel voor omstandigheden, kom ik ook niet op gang. Wat dat betreft zijn we net een eeneiige tweeling; zij leidt en ik volg.
Daarentegen heeft ze mij ook nodig. Daar waar zij vooral de subtiele onderstroom leest van lichaamstaal, geef ik woorden aan haar verbeelding. En het is daar waar de paradox begint. Mijn woorden kaderen, begrenzen; geven vorm aan een onzichtbare ruimte. Tot hier en niet verder. Terwijl haar kracht juist zit in het afbreken van diezelfde grenzen. Ooit heb ik haar een belofte gedaan – dat ik nooit meer zou gaan dansen zonder haar.
Vreemd genoeg ben ik soms ook bang van haar. Dan zie ik een facet waarin het net is of ze een bipolaire stoornis heeft. Ze raast, draait en stampt op de dansvloer in een tempo en een woestheid alsof ze bezeten is van de godin Sheela-na-gig zelf. Op zo’n moment kan ze met haar rauwe energie zelfs de doden tot leven wekken. De angst zit erin dat ze niet op tijd stopt; dat ze te ver gaat en dan vernietigt en pijnigt in haar wildheid.
En ook hier komt weer een paradox om de hoek kijken. Ik moet namelijk bekennen dat ik, ondanks mijn gevoel van ongemak, ook jaloers ben. Er zit een tomeloze vrijheid en grenzeloze liefde voor het leven als ik haar zie in haar meest woeste vorm. Dan straalt ze zo dat ik het liefst meelift in haar energie. Dan voel ik in elke cel van mijn lijf dat ik leef.
Jammer genoeg zijn er ook momenten dat ze zich gedraagt als een regelrechte bitch. Juist op momenten dat ik haar nodig heb, laat ze het afweten. Als ik me in een situatie bevind waarbij ik wel wat steun kan gebruiken, wat van haar daadkrachtige energie zou willen lenen, dan laat ze het afweten. Als ik denk haar nodig te hebben, is ze in geen velden of wegen te bekennen. Niet echt iets wat je zou verwachten van een vriendin. Ik weet niet hoe een psycholoog tegen een dergelijke vriendschap aankijkt. Of je dit nu mag scharen onder echte liefde, bindingsangst of een eenzijdig afhankelijke relatie.
Gelukkig ken ik al haar nukken en grillen na al die jaren. Hoe tegenstrijdig ook; het is juist zachtheid die haar wilde kant naar boven haalt. Het begint vaak met de handen. Altijd de handen. Als ze op de dansvloer met zachte hand geleid wordt, met een tederheid alsof haar huid een jonge vogel is, dan groeit ze. Als je haar in haar oor fluistert hoe mooi en vrouwelijk ze is, dan beginnen haar maniertjes te verdwijnen als sneeuw voor de zon. Als je langzaam met haar alle hoeken van de dansvloer verkend, dan ontdooit ze. Niet grijpen, niet knijpen, niet gedwongen het tempo opzwepend als een doldwaze polonaise, maar met de toppen van je vingers haar beroeren.
Dan verandert het ritme in een tango. Een tweezijdige dans van het mannelijke en vrouwelijke in balans. Dan zie je geen dans meer, doch een harmonische weergave van de stromende energie van het leven.
Ja, ze heeft een heel speciaal plekje in mijn hart. Ik hoop dat ze mijn ode kan waarderen. Mag ik haar aan je voorstellen? Dit is mijn lieve vriendin; ze heet Lust.